donderdag 24 februari 2011

de grote schoonmaak -droom-


Het was de eerste keer dat ik ze zag. Zondag.
Daar stonden ze, wachtend op de bus bij het station.
Twee figuren die ik nog nooit eerder had gezien. Twee personen die niet op de juiste plek leken te zijn. Of het juiste tijdstip.

Voor maanden had ik deze bus genomen en ik kende de sleur inmiddels.
De buschauffeur begroeten, direct naar mijn favoriete zithoekje toelopen, zitten en vervolgens staren naar de mensen die nog in moesten stappen.
De bus werd altijd gevuld door dezelfde mensen.
Nooit was er een ander persoon die instapte, nooit. Niet hier in dit kleine dorpje.

De oude vrouw met het hondje. De jongen met de viool.
En daar kwamen zij de bus in. Donkere nette pakken, een koffertje in hun hand. Geen strippenkaart natuurlijk. Terwijl de een geld zocht in zijn binnenzak, keek de ander de bus rond. Hij had een zonnebril op. Maar ik wist zeker dat hij me aankeek.

Ik keek weg en zag buiten een ballon wegzweven. Maar nergens een huilend kind. Toen ik terugkeek, stonden ze daar ineens. Ze gingen op het bankje voor me zitten. Ik pakte mijn Bijbel en deed alsof ik las. Ik luisterde, maar ze zwegen minutenlang. Totdat de een naar de ander knikte. Hij drukte op het knopje en de rode lamp brandde.

Mijn ogen werden groot. Het was alsof ik in een misdaadfilm terecht was gekomen.

woensdag 2 februari 2011

maandag 19 april 2010

zaterdag 10 april 2010

het pad

Ik slenterde over straat en keek voor me uit. Ik liep op een verwaarloosd weggetje. De tegels van de weg waren inmiddels scheef gegroeid door het onkruid dat er onderuit groeide. Bij elke stap die ik nam lette ik op waar ik mijn voet zette. Aarzelend. Het was het weggetje dat ik al zo vaak had belopen. Ik kon nog precies aanwijzen waar de gaten in de weg zaten, maar iets was opeens zo anders.
Ik keek naar de tuinhekken die ik ondertussen passeerde. Het weggetje zou me naar de achtertuin van mijn huis leiden. Een groen hek, een bruin hek, een wit hek, vervolgens weer een bruin hek. Ik bleef rechtdoor lopen terwijl ik me op de tuinhekken concentreerde. Er stonden zoveel verschillende tuinhekken. Ik stapte wat steviger door.

Op een gegeven moment stond ik abrupt stil. Ik keek achter me, naar de weg die ik bewandeld had en de gepasseerde tuinhekken. Mijn hoofd leek even helemaal leeg te zijn. Ik keek naar de tuinhekken, maar geen één hekje voelde herkenbaar aan. Geen één hek herkende ik als mijn tuinhek. Waar was mijn tuinhek gebleven? Was ik gewoon pal voorbij mijn tuin gelopen?


...

donderdag 18 maart 2010

zaterdag 13 maart 2010

De Put

Afgelopen dinsdag moest ik voor een afspraak met de tandarts in de buurt zijn waar ik ben opgegroeid. Veel is daar niet meer van over: voor zover mijn herinneringen niet verdwenen zijn, liggen ze verborgen tussen flats die ik niet ken. Mijn ouderlijk huis heeft ook jaren op de nominatie gestaan om gesloopt te worden. Elke keer als ik daar in de afgelopen jaren de hoek omkwam, stond de woning echter nog fier overeind - alsof ze vastbesloten was voor altijd het ijkpunt voor mijn herinneringen te blijven. Maar dinsdag had ik al voor ik die hoek omging het gevoel verdwaald te zijn.

Vanachter de omheining keek ik naar de bouwput - mijn jeugd. Een belangrijk deel van mijn leven leek me te zijn afgenomen, het bestaan ervan ontkend. Tientallen verkleurde foto’s thuis ten spijt, het tastbare bewijs van al mijn ervaringen was niet langer beschikbaar, onvindbaar tussen het puin of gewoon weg. Vergeefs speurden mijn ogen nog naar die ene kleine aanwijzing dat ik hier had gewoond: de voetbalhelden waar ik mijn geheime muur in de kast mee vol had geplakt, mijn posters uit Muziek Expres op zolder. Een stukje van het psychedelische slaapkamerbehang desnoods. Toen pas begon me te dagen dat wat ik zocht veel dichterbij te vinden was... bij dat gat in de grond vlak voor me.

Wordt vervolgd...